Vlucht naar Frankrijk en geweigerd asiel: het dossier van Adel Daâdaâ, vertrouweling van Rached Ghannouchi
Na zijn vlucht uit Tunesië via Turkije, belandde Adel Daâdaâ, voormalig protocolchef van Ennahda-leider Rached Ghannouchi, in een moeilijke juridische situatie in Frankrijk, waar de autoriteiten zijn asielaanvraag hebben afgewezen.
Daâdaâ verliet Tunesië eind 2022, ondanks een officieel uitreisverbod. Naar verluidt wist hij via zijn connecties op de luchthaven Tunis-Carthago gebruik te maken van personeelsdoorgangen. Na een korte tussenstop in Istanboel reisde hij in 2024 door naar Frankrijk, waar enkele familieleden verblijven.
In februari 2025 werd hij bij verstek veroordeeld tot achtendertig jaar gevangenisstraf in het kader van de zogeheten “Instalingo-zaak”, een van de belangrijkste dossiers waarin prominente figuren uit de Ennahda-beweging werden vervolgd. Onder de andere beklaagden bevinden zich onder meer Rached Ghannouchi (tweeëntwintig jaar), voormalig premier Hichem Mechichi (vijfendertig jaar), ex-minister van Buitenlandse Zaken Rafik Abdessalem (vierendertig jaar), en voormalig hoofd van de veiligheidsdiensten van het ministerie van Binnenlandse Zaken, Lazhar Loungou (vijftien jaar) — allen beschuldigd van “samenzwering tegen de staatsveiligheid.”
Adel Daâdaâ vroeg in juli 2024 asiel aan bij het Franse bureau voor bescherming van vluchtelingen en staatlozen (Ofpra). Na twee hoorzittingen ontving hij in februari 2025 een negatieve beslissing. Volgens de Franse autoriteiten had hij geen overtuigend bewijs geleverd dat de Tunesische rechtsgang “willekeurig of bevooroordeeld” zou zijn — ondanks zijn reputatie als de “zwarte doos” van Ennahda vanwege zijn nabijheid tot Ghannouchi en controversiële financiële rol.
Het Ofpra-rapport stelde dat het vonnis tegen Daâdaâ “niet definitief” is en vatbaar voor beroep, en dat hij nog steeds juridische stappen kan ondernemen binnen het Tunesische rechtssysteem.
Tijdens zijn verhoor probeerde Daâdaâ zijn vroegtijdige vertrek uit Tunesië te rechtvaardigen door zijn onschuld te benadrukken en te wijzen op corruptie binnen de rechterlijke macht. De Franse autoriteiten achtten deze argumenten echter onvoldoende om zijn aanvraag te honoreren.
Opmerkelijk is dat de Tunesische justitie sinds 25 juli 2021 onder toenemende druk staat, na de uitzonderlijke maatregelen van president Kaïs Saïed, waaronder directe inmenging in lopende rechtszaken. Amnesty International veroordeelde in februari 2023 de uitspraken van Saïed na de arrestatie van politicus Khayam Turki, en bestempelde ze als een poging tot intimidatie van rechters.
In het licht van deze situatie heeft Adel Daâdaâ besloten om beroep aan te tekenen tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag bij de Franse Nationale Asielrechtbank — een laatste poging om zijn juridische lot in Frankrijk te keren.
Je kunt ook lezen: UGTT: De Tunesische syndicale reus ter wereld
